Op een heldere dag in maart 1945 fotografeerde een geallieerd vliegtuig Weesp. Helemaal bovenaan het Van Houten-complex en (tussen Van Houten en Singel) de barakken van De Roskam. Links daarvan het langwerpige gebouw van de “Fokkerfabriek”.
Geschiedenis Weesp
Met Naarden en Muiden vormt Weesp een ‘vestingdriehoek’ die vroeger het rijke Amsterdam beschermde.
Weesp kreeg in 1355 stadsrechten, verleend door Willem Van Beieren. Hij was destijds de Graaf van Holland.
Er was dus lang voordien al sprake van bewoning in de scherpe bocht van de Vecht, de rivier die de verbindingsschakel vormde tussen de stad Utrecht en het IJsselmeer.
In 1508 wordt Weesp geplunderd door Gelderse troepen. Daarna wordt Weesp herbouwd en krijgt de stad een stenen muur.
Rond 1600 telde Weesp ruim 2000 inwoners en in die periode werd het kanaal Smal Weesp gegraven, waardoor Amsterdam via De Gaasp een rechtstreekse verbinding met de Vecht kreeg. Een rivier die zo schoon was, dat zich veel brouwerijen, jeneverstokerijen en wasserijen in Weesp vestigden.
Na de aanleg van Smal Weesp werd in 1625 ook begonnen met het graven van de Achtergracht, die een onderdeel moest worden van een verdedigingssysteem. Een halve eeuw later, in 1673 (na de Franse belegering), wil Weesp acht bolwerken laten bouwen die de stad van alle kanten moet beschermen. Zo werd rond de Ossenmarkt en ten zuiden van de stad begonnen met het aanleggen van verdedigingswallen en fortificaties. Helaas werden er maar vier van de acht bolwerken gerealiseerd wegens geldgebrek.
Rond 1750 was Weesp met 3000 inwoners een bloeiende start.
De roerselen van de Franse tijd betekenden de nekslag voor de export van jenever, de kurk waar de Weesper economie toen op dreef. Nadat de Fransen in 1813 vertrokken, leed de stad een kwakkelend bestaan. Maar in 1851 kwam Van Houten naar Weesp en werd bovendien tussen 1874 en 1876 de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort aangelegd. Door industrialisering en de aanleg van de spoorlijn A’dam Amersfoort groeide het inwonersaantal van Weesp in de tweede helft van de 19e eeuw explosief. In 1880 telde Weesp 3617 inwoners, twintig jaar later waren dat er al 6683. Destijds woonde men al dicht op elkaar in een gebied dat zuidelijk en oostelijk werd begrensd door schansen en vestingwallen.
De bedoeling was dat op de plek waar nu het Herensingel is de noordelijke schans zou komen. De westelijke schans had het tracé van het Singel moeten volgen om via park Zeerust (wat nu Oversingel is) aan te sluiten op de schans bij de Vest, de zijarm van de Vecht.
Op die manier zou het sterpatroon zijn ontstaan van een vestingstad.
Dat Herensingel en het Singel bedoeld waren als onderdeel van die stervorm, is immers nog te zien aan de knikken in beide straten.
Buiten de stadswallen lag toen het voornamelijk agrarische gebied van de gemeente Weesperkarspel. Deze werd in 1966 opgeheven waarna het gebied van 4700 hectare voornamelijk aan Weesp werd toegevoegd.
De oude houten Vechtbrug hier op een foto uit 1903. In het witte huisje woonde de tolwachter. Huisje is gebouwd in 1732 voor 990 gulden. Tot 1929 werd hier tol geheven, maar Weespers waren vrijgesteld.
In 1962 waren de sluizen en de sluisbrug niet meer dan een bouwval en lag er een vaste noodbrug. In de jaren zeventig werd hier gerenoveerd en in 1978 feestelijk in gebruik genomen dat leidde tot de jaarlijkse Sluis en Bruggenfeesten.
Industrialisering
In 1851 bracht Coenraad Johannes van Houten de productiemiddelen van zijn cacaofabriekje uit Leiden over naar Weesp en begon met het verwerken van cacaobonen tot poeder en chocolade. Een eeuw geleden startte Van Houten wat industriële bedrijvigheid en bovendien werd het fabriekscomplex tussen 1890 en 1895 zeer sterk uitgebreid. De werkgelegenheid groeide enorm. Van Houten had in 1880 niet meer dan 78 mensen in dienst, maar binnen vijftien jaar liep dat op tot 719 werknemers.
De invloed die Van Houten destijds op de arbeidsmarkt van Weesp had, kan moeilijk worden overschat. In 1895 telde Weesp ongeveer 5000 inwoners, wat toen neerkwam op een beroepsbevolking van 800 tot 900 personen. Als dan bedacht wordt dat Van Houten alleen al in die periode 719 mensen in dienst had, dan is wel duidelijk dat de rol van die de cacaogigant toen in de economie vertegenwoordigde vele malen heftiger was dan later Solvay Duphar met 1500 medewerkers rond 1994. Solvay Duphar was gevestigd aan de C.J. van Houtenlaan waar nu het bedrijf Abbott zit (bij Chin Ind Rest Tong Ah).
Door de eind negentiende eeuw ingezette trek naar de steden en de industrialisering, groeide ook het aantal inwoners van Weesp. In 1902 waren dat 6896 personen en in 1910 7.190 inwoners.
Onder hen waren echter erg weinig directieleden van bedrijven. Die woonden met namen in Bussum /Hilversum en omgeving.
In het eerste kwart van de twintigste eeuw werd Weesp een echte stad met bijbehorende nutsvoorzieningen. In 1907 werd het waterleidingnet in gebruik genomen en in 1912 werd de eigen gasfabriek operationeel. In 1923 besloot men een gemeentelijk electriciteitsbedrijf op te zetten voor de levering (niet de productie) van stroom aan kleinverbruikers., terwijl de lokale industrie door het P.E.N werd bediend. Het aantal aansluitingen in woonhuizen steeg toen razendsnel: men begon met 148 aansluitingen en drie jaar later, in 1926, waren dat er al 538. De Weesper woningbouwvereniging Patrimonium moest duidelijk wennen aan de introductie van elektriciteit, want in 45 huurwoningen die anno 1922 langs het Singel en de Talmastraat verrezen werd toen zelfs nog gasverlichting aangebracht.
Het profiel van Weesp wordt in dat tijdvak gedomineerd door kerktorens. In de eerste plaats de grote of Sint Laurenskerk aan de Nieuwstraat en in de tweede plaats de Katholieke Laurentiuskerk aan de Herengracht waar nu de Wispe Brouwerij zit. Op de Nieuwstad staat dan al sinds 1819 de Lutherse Kerk, terwijl de Van Houten Kerk aan de Oude Gracht vanaf 1906 een bijdrage levert aan het silhouet van Weesp. Verder staat op de Nieuwstraat al sedert 1840 een synagoge.
Een beeld uit de jaren dertig. Aanblik van Het Binnenveer. Als je goed kijkt dan zie je drie bruggen. Op de achtergrond de brug over de Achtergracht (verdwenen in 1964), rechts de brug over Smal Weesp (nu Zwaantjesbrug) en op de voorgrond de ophaalbrug over de voorgracht, in 1959 vervangen door een onopvallende stenen boogbrug (nu Slijkstraatbrug).
Een foto uit 1926. In de jaren twintig en dertig voeren er dagelijks motorschepen van de Weesper schippers Schulp, Van der Kwast, Tovar en Otto heen en weer tussen Weesp en Amsterdam. De meeste meerden, zoals hier, af in het Binnenveer en aan de Herengracht.
De jaren ‘30 en ’40.
Tijdens de crisisjaren ontkwam Weesp helaas ook niet aan de neergang in de wereldeconomie. Er vielen ontslagen bij de lokale toeleveringsbedrijven van Van Houten en ook bij de overige bedrijven was sprake van een daling van het aantal personeelsleden. Halverwege de jaren dertig kwam de regering met een omvangrijk programma om de economie te stimuleren en daartoe behoorde het uitvoeren van grote werkgelegenheidsprojecten zoals de verbreding van het Merwede Kanaal (het huidige Amsterdam-Rijn kanaal) en het bouwen van nieuwe bruggen over deze waterweg, ondermeer bij Muiden, Weesp en Loenen. Bij Weesp ging het om het vervangen van een draaibrug die de verbinding vormde tussen het eind van het huidige Verlengde Buitenveer en het Zandpad aan de overkant, in wat destijds de Geinbrug werd genoemd (het huidige Driemond).
Besloten werd om de nieuwe weg, die op de te bouwen vaste brug zou aansluiten, om Driemond heen te leiden.
Aan de Weesper kant van het kanaal zou dan een nieuwe provinciale worden aangelegd die ten zuiden van Weesp naar een nieuw te bouwen klapbrug over de vecht bij Uitermeer zou lopen. De nieuwe weg ten zuiden van Weesp was bittere noodzaak, want tot dan kwamen alle Amsterdammers door Weesp als zij op weg waren naar Spanderswoud en ’s Gravenland tussen Bussum en Hilversum.
Men ging via het Buitenveer, de Slijkstraat, De Hoogstraat en de Lange Vechtbrug naar de ’s Gravenlandseweg.
Zo kreeg Weesp in 1936 via “de werkverschaffing”, een prachtige provinciale weg met een goede verbinding naar Bussum/Hilversum en Amsterdam. Door de aanleg van die weg kon Weesp naar het zuiden ontsloten worden, zodat de gemeente de C.J. van Houtenlaan liet aanleggen, die aansloot op de nieuwe provinciale weg. Op het kruispunt werd een tankstation gebouwd en een restaurant met terras (wat nu Tong Ah is). Omdat Van Houten het restaurant liet bouwen (en het vervolgens verpachtte) werd dit bedrijf De Adelaar genoemd, naar het beeldmerk van het bedrijf.
Langs de Van Houtenlaan werd tussen 1936 en de Tweede Wereldoorlog een tiental fraaie herenhuizen gebouwd, met een allure die Weesp tot dan toe vreemd was. De bouw van die huizen is een eerste poging geweest om de eigenaren van bedrijven in Weesp te verleiden ook in de stad te gaan wonen – en niet zoals toen nog altijd het geval was – in het Gooi.
In September 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit, een oorlog die praktisch nog tot mei 1940 aan Nederland voorbij zou gaan. Maar Nederland mobiliseerde wel en Nederland merkte dat als onderdeel van de Hollandsche Waterlinie direct. De stad werd in het najaar van 1939 direct overspoeld met gemobiliseerde militairen, die bij gebrek aan kazernes werden ondergebracht in ontruimde scholen en verenigingsgebouwen, bij particulieren in de stad en op boerderijen in de omgeving. Maar binnen luttele maanden werd op een stuk land waar nu het Casparus College staat begonnen met de bouw van houten militaire barakken. Maart 1940 was het complex gereed en betrokken de in Weesp gelegerde militairen het kamp De Roskam, genoemd naar het aangrenzende logement annex feestzaal dat iets noordelijker lag. Voorjaar 1940 lagen in en om Weesp 3500 militairen en het laat zich raden wat dat betekent op een bevolking van destijds ongeveer 8000 inwoners.
Rond de brug over Smal Weesp die één van de twee verbindingen vormde tussen het zuidelijke en het overige deel van de stad, bestond altijd de nodige bedrijvigheid. Op de foto de oude handbediende Zwaantjesbrug, met daarachter de woning van de brugwachter Slokker.
Complex De Roskam (waar nu de Roskamstraat is) waar in 1939 Nederlandse militairen waren gelegerd. In maart/april 1940 betrokken zij een speciaal voor hen gebouwd barakkenkamp achter De Roskam, dat óók die naam droeg. Deze foto is gemaakt vanaf het Buitenveer.
Direct na de capitulatie werden de Nederlandse militairen gedemobiliseerd en kwamen in Weesp Duitse troepen terecht. Geen geduchte vechtjassen, maar over het algemeen vriendelijke Oostenrijkers en Duitsers uit de provincie. Ze werden aanvankelijk in de scholen gelegerd, later vestigden ze zich in het door de Nederlanders verlaten barakkenkamp De Roskam. De betrekkingen waren aanvankelijk zo hartelijk dat een elftal van de Duitse bezetters zelfs een voetbalwedstrijd tegen Rapiditas (nu FC Weesp) speelde, waarna de bezetters in de Roskam, aldus een verslag in de krant, ”heerlijke soep serveerden”. Die lokale verbroedering baatte de ongeveer 12 Joodse gezinnen die destijds woonachtig waren in Weesp niet.
In september 1942 brandde de oude blikfabriek bij het station af, die toen in gebruik was als lompensorteerderij en derhalve de voddenfabriek werd genoemd. Volgens de ene versie is de brand aangestoken door een saboteur die per parachute in Nederland was neergedaald, maar een andere versie is dat broei de oorzaak was. Dat alles speelde zich af toen burgemeester Dotinga, al sedert 1926 in functie in Weesp, zijn taak had neergelegd als protest tegen de Duitse bemoeienis met zijn gemeente. Dotinga werd vervangen door NSB-burgemeester J. Brouwer, een uit Winschoten afkomstige voormalige vertegenwoordiger in sigaren die om zijn voorkeur voor alcohol doorgaans “Dronken Johnny” werd genoemd.
Na 1945
Van 1919 tot zo een beetje 1950 is het inwoneraantal ongeveer gelijk gebleven met ongeveer 7700 personen. Pas na 1050 toen burgemeester Dotinga met pensioen ging en daarna J.C. Bührmann was aangesteld, steeg het aantal inwoners van Weesp weer. Op 5 augustus 1956 waren dat er 10.000. Deze voor Weesp sterke groei was ontstaan door nieuwbouw. Eerst door het in 1948 bouwen van huurwoningen op de hoek Talmastraat/Singel en vanaf 1951 door het bouwen van de wijken Zuid-I (omgeving Aetsveldselaan) en Zuid-II, het gebied in de bocht bij de Utrechtseweg. Bovendien ontstond begin jaren vijftig de nieuwbouw in de omgeving Kastanjelaan/Plataanlaan.
Midden jaren vijftig verrijzen ten noorden van het Herensingel de eerste flats met drie woonlagen. Vanaf 1958 wordt ook de rest van het gebied, tot aan de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort, volgebouwd met flats en sportcomplexen. Dat alles gebeurde nog onder burgemeester Bührmann, die in 1960 echter naar Velsen vertrok en in Weesp werd opgevolgd door Mr. C. Kooiman.
Aan de linkerkant van de Papelaan werden van 1962 tot 1965 tientallen laagbouw woningen gebouwd en pal ten westen daarvan grote blokken flats met zes of acht woonlagen, waardoor het inwoneraantal van Weesp steeg naar 12.200 per 1 januari 1966.
In 1964 werd begonnen met het graven van de industriehaven, die bijna dertig jaar later weer voor een groot deel zou worden bebouwd met voor Weesper begrippen peperdure woningen boven het water, het project Aquamarin Weesp.
Komend vanuit De Roskam een blik naar de overkant van Smal Weesp met de in 1906 voltooide watertoren, die in 1965 weer werd afgebroken.
De schepen met graan konden vanuit Smal Weesp tot onder de molen Het Anker varen.
In het kader van de werkgelegenheid gaf de overheid in 1934 opdracht tot het bouwen van vier bijna identieke bruggen waaronder de Weesperbrug over het Amsterdam Rijn kanaal.
Honderd meter ten westen van het statige maar ondoelmatig geworden station, begon men in 1965 met de bouw van een nieuw station, dat in de zomer van 1967 in gebruik werd genomen. Voorjaar 1968 brak er brand uit in de bedrijfspanden van Geesink aan de Nieuwstad/Achtergracht. Het vuur verwoestte niet alleen het totale complex, maar ook de Openbare Bibliotheek aan de voorzijde van het gebouw. Helaas lagen op de zolder daarvan juist een aantal voorwerpen uit het gemeente-museum opgeslagen. Door de vonkenregen raakte ook de uit 1928 daterende Gereformeerde kerk aan de Hoogstraat in brand. Het gebouw werd gedeeltelijk gered, maar begin jaren 90 alsnog afgebroken. Eind jaren 60 was Weesp binnen de stadsgrenzen volgebouwd en richtte het gemeentebestuur de blik alvast zuidwaarts, naar de polder Aetsveld. Voor de bebouwing daarvan werden de meest fantastische plannen ontwikkeld. In een kleurige huis-aan-huis verspreidde folder schreven B&W in december 1971 dat “in de mooie wijk Aetsveld straks 20.000 mensen zullen wonen”.
Een aantal om even bij stil te staan. Midden jaren 90 woonden er in Weesp ongeveer 18.000 mensen, terwijl men destijds voor het Aetsveld plan, dus alleen al 20.000 mensen in gedachte had. Die moesten dan in 6500 woningen worden gehuisvest, terwijl Weesp toentertijd 5400 woningen telde. Dit even voor de beeldvorming.
Provinciale Staten torpedeerde de ambitieuze plannen en bracht het aantal te bouwen woningen terug tot 1500. Toen dat aantal in 1986 was gerealiseerd, was dat niet meer onder de verantwoordelijkheid van burgemeester Kooiman. Die legde zijn taken neer in 1975, waarop de heer H.J. Over de Linden tot burgemeester van Weesp benoemd werd, een stad met 17.261 inwoners op 1 januari 1976. In 1978 werd de sluis tussen Smal Weesp en de Vecht gerestaureerd.
Dit was de aanleiding voor het traditionele Sluis en Bruggen Feest in Weesp.
De woningbouw in de oude stad stond ook niet stil: bij het station werd gebouwd, op het schoolterrein aan de Nieuwstad verrezen appartementen en naast de Lutherse Kerk kwamen kleine flats. In 1986 bouwde men tegenover het oude zwembad aan de Utrechtseweg nog enkele tientallen woningen en toen was Weesp echt vol voor die tijd. Pas in 1993 is er weer sprake van nieuwbouw, want boven het water van de zelden of nooit gebruikte haven realiseert men dan het bouwplan Aquamarin. Twaalf jaar na zijn aantreden legt ook burgemeester Over de Linden zijn taak neer en wordt in zijn functie opgevolgd door dhr. A. Visser in 1987. Die staat dan aan het hoofd van een stad met nog net geen 18.000 inwoners. Een getal dat min of meer stabiel is want tien jaar later staat de teller zo ongeveer nog steeds op dat aantal.
Het bedrijfscomplex van de cacaofabriek C.J. van Houten & Zoon, in Weesp gevestigd van 1851 tot aan de ondergang van het bedrijf.
Het oude zwembad aan de Vecht waar nu de roeivereniging zit. Omstreeks 1964 moest het bad worden gesloten omdat het Vechtwater te sterk verontreinigd bleek.
In de twintigste eeuw is de stad Weesp dus ingrijpend veranderd. Voor de in de jaren zestig uit Weesp verdwenen traditionele industrie als Van Houten (cacao), De Magneet (rijwielen) en Geesink (reinigings- en brandweermaterieel) kwamen kleinschaliger bedrijven in de plaats. Deze richten zich op de handel en dienstverlening en bovendien vestigden ze zich van elders in Weesp en brachten veel van hun eigen personeel mee. Gedwongen door de afgenomen werkgelegenheid ter plaatse zochten de inwoners van Weesp zodoende elders werk, vooral in Amsterdam en omgeving en later ook in Almere. De toegenomen mobiliteit en het feit dat dat Weesp altijd de voorkeur heeft gegeven aan sociale woningbouw, heeft ook gevolgen gehad voor het aanbod van produkten en diensten in de stad. Voor het vertier, het “stappen” en het doen van echt belangrijke inkopen gaan Weespers onveranderlijk naar elders. Maar we moeten ook vaststellen dat de stad ontzettend veel heeft wat elders wordt gemist. Een pracht en groen centrum met vele gezellige terrasjes aan het water, afwisselende bebouwing, grachten, bruggen een brede rivier met schitterende groene oevers en een omgeving van polders die nog niet overal door bebouwing wordt ontsierd. Talrijke oud-Weespers komen steevast een dagje terug als er in Weesp iets te vieren valt. Koningsdag en het Sluis-en bruggenfeest vertonen zodoende een hoog reünie gehalte.
Millennium
Rond en na de eeuwwisseling zijn er zeker nog diverse bouwprojecten geweest, te weten:
Casparuslaan (1997) , Leeuwenveld-I (1997), renovatie van de Van Houten Villa tot 9 luxe appartementen in 2002 (villa Casparus), Parlando/Dichtershof in 2005, “Tuin van Houten” uit 2008 (Casparushof), De Hofsingel (2010) aan de Pr. Irenelaan, Leeuwenveld-II (2010) , Meidoorneiland (54 sociale huurappartementen & Project Papelaan (22 woningen en 28 appartementen sociale huur) in 2013. Het Buitenhof (2014) en de 6 Weesperstraatjes in 2017 (nabij FC Weesp).
Het inwoneraantal is door bovenstaande uitbreiding echter niet significant toegenomen.Dat zal wel gaan gebeuren door de realisering van het project Weespersluis, alwaar 2750 woningen gebouwd worden. De eerste bewoners hebben reeds hun intrek genomen en Weesp zal dus gaan doorgroeien naar ruim 25.000 inwoners de komende tijd.
Voor wie zich echt openstelt voor de stad en z’n inwoners, is het niet moeilijk om voor altijd verliefd te worden of blijven op het schatje van een stadje, prachtig Weesp! (en natuurlijk de geschiedenis Weesp).
Vooruitlopend op de satelliet-stad Aetsveld werd begin jaren zeventig alvast begonnen met de bouw van het grote openluchtbad “Blijwater”.
Op de plek van het openluchtzwembad zit nu een Tuindersvereniging en pal ernaast kan nog steeds gezwommen worden in een overdekt zwembad. Er is inmiddels een wellnesscentrum en golfbaan bij gekomen.
Nog meer foto’s over de geschiedenis Weesp
Geschiedenis Weesp
In 1952 wordt begonnen met de bouw van Zuid II, de woningen tussen de Fynvandraatlaan en de Utrechtseweg. Tussen Zuid I en Zuid II in verrijst in 1953 het bejaarden-centrum Niftarlake, dat precies veertig jaar later weer werd afgebroken.
Geschiedenis Weesp
De Centrale Ammoniakfabriek lag aan het kanaal hoek Amsterdam-Rijnkanaal en Smal-Weesp. Nu ligt er de brug “De Uitkomst” de verbinding tussen Rijnkade en Gooilandseweg. Linksboven is nu het bedrijf van Cees van Vliet is gevestigd.
Geschiedenis Weesp
Het zwembad gezien vanaf de steiger in de Vecht. Aan kettingen bevestigde balken moesten voorkomen dat drijvend vuil van de Vecht in het bad trecht kwam. Rond 1964 moest het bad gesloten worden omdat het vechtwater te sterk vervuild bleek. Maar tot dat moment had al menig jong Weespertje er al dan niet trillend aan de “hengel” gehangen om een zwemdiploma te halen:-)
Geschiedenis Weesp
Vervuild water of niet, in de tweede helft van de jaren 80 is de industriehaven het toneel geweest van het onderdeel zwemmen van de inmiddels fameuze kwart tritahlon van Weesp. Hier een foto uit 1989. In de jaren 70 zorgde de vervuilde bodem vaak voor stankoverlast. Een probleem dat in 1992 weer actueel werd.
Geschiedenis Weesp
Begin jaren 90 rees het plan voor de bouw van 120 woningen boven het water van de haven, die immers alleen een functie had voor recreatieve vaartuigen. Het project liep grote vertraging op door onderzoek naar veronderstelde bodemverontreiniging, maar in het najaar van 1993 werden dan toch de eerste woningen van het project Aquamarin opgeleverd.
Geschiedenis Weesp
Herinnert u zich deze nog nog nog nog nog…?
Goud van oud!
Dankwoord
Deze pagina “geschiedenis Weesp” is tot stand gekomen met dank aan Dhr. Dick van Zomeren.
Zonder zijn prachtige foto’s was het niet mogelijk geweest hier een beknopt foto- en tekstoverzicht van de geschiedenis Weesp te maken.
Voor mensen die meer willen lezen en foto’s willen bekijken, verwijs ik u graag door naar het schitterende naslagwerk “Weesp van 1900 tot nu” door Dick van Zomeren.
ISBN 961-223-008-0
MakelaarWeesp.com